Symposium 2016

De relativiteitsleer op nieuwe koers: met Duwbak Linda op de schroothoop en de Correctie-Langemeijer als baken

Vrijdag 4 november 2016, EUR, Polakgebouw, Rotterdam

Programma
12.30 Ontvangst
13.00 Opening Symposium
Inleiding voorzitter

DEEL 1 ONTSTAAN EN ONTWIKKELING VAN ‘RELATIVITEIT’ SINDS 1919, TOEPASSING IN HUIDIG PRIVAAT- EN BESTUURSRECHT
13.10 mr. L. van den Berge (ESL, EUR): Recht tussen norm en belang: relativiteit in privaat- en publiekrecht – Geen aansprakelijkheidsbeperkend, maar een billijkheidsinstrument
13.40 mr. P.W. den Hollander (Stibbe): Het relativiteitsvereiste: waar hebben we het dan over en waarom doen we eigenlijk zo moeilijk? - Een pleidooi voor ‘normalisering’ van het relativiteitsvereiste
14.00 mr. Laura Di Bella (De Brauw): Relativiteit en overheidsaansprakelijkheid: een bijzondere combinatie – De Europese norm van ‘rechtstreeks economisch gevolg’(Jutta Leth, 2013) als nieuw criterium
14.10 Discussie
14.25 - PAUZE -

DEEL 2 VERVOLG: RECEPTIE VAN RELATIVITEIT IN HET BESTUURSRECHT NADER BEZIEN, DE NIEUWE KOERS IN HET PRIVAATRECHT
14.45 mr. Lidy F. Wiggers-Rust (Hof Arnhem): Vergroting van rechtseenheid door aanvaarding correctie-Langemeijer in het bestuursrecht?
15.05 Prof.mr. J.M. van Dunné (EUR, em.): De nieuwe koers van de Hoge Raad na Duwbak Linda (2004): tijd voor bezinning, in privaat- en bestuursrecht?
15.35 Discussie

DEEL 3 RELATIVITEIT IN DE RECHTSPRAKTIJK VAN DE AFDELING, EN IN INTERNATIONAALRECHTELIJKE CONTEXT
15.55 Prof. mr. B.J. Schueler (RvSt, UU): Relativiteit in de bestuursrechtspraak: functie, werking en obstakels. Kanttekeningen bij EU-recht en Aarhus Verdrag
16.15 mr. E.H.P. Brans (PR&DF): Relativiteit in internationaalrechtelijk perspectief: EVRM en Aarhus Verdrag
16.30 Discussie
17.00 Afsluiting Symposium

- BORREL -

Toelichting
De relativiteitsleer heeft de laatste jaren in het aansprakelijkheidsrecht een sterke ontwikkeling doorgemaakt die nog te weinig de aandacht getrokken heeft. Het arrest Duwbak Linda (2004) is niet langer het standaardarrest, na jurisprudentie van de Hoge Raad van 2007, 2010 en 2014. ‘Doel en strekking’ van een wettelijk norm worden niet langer uitsluitend aan de hand van wetsgeschiedenis en grammaticale uitleg vastgesteld, maar door middel van normatieve uitleg: de betekenis van de norm in de juridische en maatschappelijke context. De ‘Correctie-Langemeijer’ (1958) is daarmee niet langer een correctie op een dogmatisch en verstard leerstuk, maar een dynamisch onderdeel ervan geworden. Als er ‘rechtspolitiek’ wordt bedreven – een bekend verwijt aan de Hoge Raad – is dat nu eenmaal inherent aan wetsuitleg door de rechter. Hetgeen kan leiden tot goede, of tot slechte resultaten van rechtspolitiek, en daarover zou de discussie eigenlijk moeten gaan.

Aan dit thema, ontleend aan een artikel van J.M van Dunné in TGMA 2016-1, is dit symposium gewijd. Daarbij wordt ook het bestuursrecht betrokken: na invoering van het relativiteitsvereiste in 2010/2011, werd door de Afdeling bestuursrechtspraak RvSt onlangs de Correctie-Langemeijer bij de toepassing van het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) aanvaard, in de Praxis-zaak van 16 maart 2016. Al eerder ging de bestuursrechter vrij soepel met het vereiste om, vergelijkbaar met de recente rechtspraak van de Hoge Raad. 

03b36b0ad9f01735b487158845c4a025 lDocumenten
1. Lukas van den Berge, paper: “Tussen norm en belang”
2. Wouter den Hollander, Powerpoint: “Het relativiteitsvereiste: waar hebben wij het dan over en waarom doen we eigenlijk zo moeilijk?”
3. Laura DiBella, Powerpoint: “Overheid en relativiteit”
4. Lidy Wiggers, Powerpoint: “Vergroting van rechtseenheid door aanvaarding van de correctie Langemeijer in het bestuursrecht?”
5. Jan van Dunné, paper: “Schema relativiteit”
6. Jan van Dunné, paper: “Samenvatting artikel TGMA 2016-1
7. Edward Brans, Powerpoint: “Relativiteit in internationaalrechtelijk perspectief, EVRM en Aarhus. Eenvoudiger kunnen we het niet maken?!”